Downloads
How to Cite
Abstract
In de twee voorgaande hoofdstukken werd ingegaan op het samenspel tussen woningcorporaties en respectievelijk beleggers en (ontwikkelende) bouwers. In dit hoofdstuk staat de samenwerking tussen woningcorporaties en gemeenten centraal, die als gevolg van de gewijzigde Woningwet en cyclus van prestatieafspraken is veranderd. Er wordt antwoord gegeven op de volgende onderzoeksvraag: “Op welke andere samenwerkingswijze kunnen woningcorporaties, gemeenten en huurdersorganisaties elkaar onder het regime van de nieuwe Woningwet door middel van samenwerkings- en prestatieafspraken stimuleren om te investeren in stedelijke vernieuwing en wijkontwikkeling?”
Om inzicht te krijgen in deze deelvraag worden de volgende deelvragen onderscheiden.
Hoe kunnen corporaties gestimuleerd worden om te investeren in stedelijke vernieuwingswijken door middel van samenwerkings- en prestatieafspraken?
Hoe kunnen gemeenten bijdragen aan investeringen in stedelijke vernieuwingswijken door middel van samenwerkings- en prestatieafspraken met woningcorporaties?
Op welke wijze kunnen huurdersorganisaties en marktpartijen hieraan bijdragen?
Op basis van dezelfde methodiek als in de twee voorgaande hoofdstukken zijn vijf veronderstellingen geformuleerd in relatie tot deze vragen, gebaseerd op literatuuronderzoek en interviews. Deze veronderstellingen worden diepgaand onderzocht aan de hand van een gamesimulatie met de nadruk op het samenspel tussen corporaties en gemeente. De interviews zijn gehouden voorafgaand aan deze gamesimulatie, identiek aan hoofdstuk 5, omdat dit een goede volgorde is gebleken. Op basis van de bevindingen wordt de onderzoeksvraag van dit hoofdstuk beantwoord en worden conclusies getrokken.
In de volgende paragraaf komt allereerst de achtergrond en het speelveld aan bod. In paragraaf 7.3 worden de interviews behandeld, waarna in paragraaf 7.4 en 7.5 de opzet en resultaten van de gamesimulatie uiteen worden gezet. Tot slot worden in paragraaf 7.6 conclusies getrokken.